Gedichten

  • Onsterfelijk ik

    Ik houd huis

    in aardedonkere

    hemelstreken

    bouw op het puntje

    van mijn tong

    gigantische luchtkastelen


    Ik leg vrolijk

    tuinen aan

    bloembedden en priëlen

    onder de wenkbrauwen

    van de zwervende maan

    en denk dat god

    alles van mij

    heeft afgekeken


    Ik les de dorst

    van vallende sterren

    wek met een aardkorst

    de eetlust van planeten


    Ik geef grootse feesten

    sticht elke nacht

    een nieuw keizerrijk

    voor de meesten

    ben ik vorst

    en hofnar tegelijk

    niemand kan zich

    met mij meten


    Ik ben de duisternis

    in de vlammen

    van het dichtersvuur

    luid lachend de noodklok

    in het eerste uur

    van de engelen

    die ik verleid


    Ik bekleed

    naakte hemellichamen

    met de zwarte gewaden

    van mijn woord

    ben de danser

    op het koord

    dat hangt om de hals

    van de eeuwigheid


    Vele gezichten

    heb ik

    en vele namen

    van mij

    heeft de dood

    nog nooit gehoord

  • Icarus

    Dit is het teken


    Onschendbaar woord

    sereen

    als het marmer

    van de stem

    van mijn vader


    Dit is het teken


    Gloed van de zon

    en het gloren

    van een nieuwe dag


    Geur van de zee

    neergestreken

    op het wit

    van mijn vleugels


    Dit is het teken


    Uit de diepten

    van het labyrint

    ben ik herrezen

  • Kleine ode aan Spanje

    Vele liefdes vele

    zij die de ware was


    Met wie ik het raadsel

    van hart en ziel kon delen

    in wier donkere ogen

    ik de zuiverheid

    van jouw grillige kustlijn las


    De lokroep

    van jouw stoffige wegen

    zwarte stier

    en vrome trots

    van kathedralen


    Vele liefdes vele

    geen die zo waarachtig was

  • Adem

    De wind

    adem van het lot

    nam mee

    de verborgen klank

    van hun namen

    bracht ze voor god

    die niets verklaarde

    en strooide uit

    de as

    van hun lichamen

    over het naakt

    van 

    de aarde

    de hemel

    de zee

  • Het einde der tijden

    Men verkondigt

    het einde der tijden


    Valse profeten

    heulend

    met de goden

    sloegen vuur

    uit een grote steen


    Verbroken zegels

    vertoornd bloed


    Vier ruiters

    die de baren

    van de rampspoed

    berijden


    Men verkondigt

    al duizenden jaren

    het einde der tijden

  • De onheilstrom

    Bekeerd

    tot de tirannie

    van spandoek

    en spreekkoor

    dromt

    ten einde raad

    de menigte

    samen

    roept revolutie

    vrijheid vrede

    heeft niets geleerd

    van het verleden

    dat met de armen

    halfstok

    furieus

    op de onheilstrom

    slaat

  • De beulsknecht

    Ondoorgrondelijk

    de misdaden

    van de mens


    Wij heffen

    onze bekers

    ten hemel


    En drinken

    op het welzijn

    van de beulsknecht

  • Ze zijn terug

    Ze zijn terug

    ze wakkeren het vuur

    weer aan

    dat de boeken verslindt


    Ze verkondigen

    met bevlekte mond

    leugens en luiden

    de ondergang in


    Het silhouet

    van hun gestrekte armen

    valt als een diepe nacht


    Ze zijn terug

    met hun waan

    en woede


    Misschien

    zijn ze nooit

    weggeweest

  • Dresden

    Oude stad

    barokke dromen

    standbeelden van heiligen

    na avondval

    onder schot genomen


    Oude stad

    ziedend engelengebroed

    dichter drenkeling

    smekend te gronde

    in een witte vlammengloed


    Oude stad

    stomgeslagen ruïne

    je ziel vermorzeld

    tussen de raderen

    van de oorlogsmachine

  • Illusie

    Tast

    met blinde handen

    naar

    het licht

    dat wervelt

    in de glazen

  • Oorsprong

    Wij spreken

    verstrengeld


    Verwonderd

    zwijgen wij


    Zover

    de vloedlijn

    reikt


    Monden wij uit


    Het hart

    verankerd

    in het oneindige

    van de avond

  • Naakt

    Naakt

    wil ik zijn

    in de baai

    van jouw hart


    Naakt

    als de maan

    die onze nachten

    verzilvert


    Zo naakt

    wil ik zijn

    dat heel mijn wezen

    weerloos is

    in het uitgestrekte

    van jouw armen

  • Onze dagen

    Gestaag

    boekstaven wij

    de dagen

    van het onvervalste

    verlangen

    naar elkaar


    Vleugelslag

    van de duif

    tent

    met zicht op

    bomen in conclaaf


    Onze dagen

    dat ze

    talloos

    zullen zijn

  • Ontwaken

    De winter smokkelt

    zonlicht

    de ochtend binnen


    Op steenworp

    slaapwandelt het universum

    in de vijver

    en kantelt


    Monumentaal wit

  • Berenice

    Het vuur

    en het water

    zijn als twee

    dronken matrozen

    verschenen


    Te laat

    om nu nog

    te vluchten 

    voor de dood


    Het lied

    van mijn

    windgeteisterde verzen

    klinkt in de keel

    van de donkere boot


    Die mij meevoert

    en achter de einder

    van de halfslaap

    is verdwenen

  • Dogma

    Achterwege

    laat ik

    leestekens


    Ik leg

    een witregel

    als rode loper uit


    Schrijf


    Woorden

    beroofd

    van hun zinnen


    Tegen

    de gevestigde orde

    in mijn hoofd

  • Opdracht

    Het verborgene

    zal het wezenlijke

    openbaren

    de taal

    een tweesnijdend zwaard

    voor de dichter

    die de liefde verklaart

    aan de schoonheid

    van het ongrijpbare

  • Nacht

    Heengegaan


    Door de poort

    met de schreefloze leuze


    Vergruisd

    en tenietgedaan


    In de blauwgeaderde

    bittere nacht

  • Jij kwam

    Jij kwam

    met verregende stem

    kwam

    met in gepeins

    verzonken handen


    Invallend duister

    had jij meegenomen


    Het sijpelde

    uit jouw ooghoeken


    Als zwijgen

    te vondeling gelegd

  • Vergetelheid

    Kraaien

    onverschrokken

    op de krijtlijn

    van een monotone herfst


    Vandaar

    schrijf ik

    rood doorlopen woorden

    die wedijveren

    met stilte

    die de steen

    overwoekert

  • De paden

    Onder

    een hemel

    die braak ligt


    Schemeren

    de paden


    Wij volgen ze

    blindelings

    wij kijken

    lijdzaam toe


    Hoe ze

    het uitgemergelde

    landschap 

    splijten


    De paden

    van het heimelijke

    waarop wij

    elkaar ontlopen

  • Aftocht

    Ga naar de drenkplaats

    en tors

    je verbrijzelde lier mee


    Daar zul je

    uit lijfsbehoud

    de sporen wissen


    Overweldigd

    door de onverschilligheid

    van de sterren


    Niets is volbracht

    je dromen zijn

    halverwege opgedoekt

  • Er bloeit nog

    Er bloeit nog

    een laatste

    weemoedige zon


    Jij drinkt

    uit haar kelk

    de slapeloosheid

    die jou overmeestert


    Zuiver

    als onweer

    dat op komst is

    als regen

    die de uitgestorven stad

    polijst


    Verheft zich

    jouw stem

    in de spiegel

    van het najaar

  • Schemering

    Wie ik ben

    heb ik

    ten einde

    gezongen


    Een omhelzing

    van licht

    en donker

    galmt nog na


    Ik verwacht

    niets meer

    ik verlang

    naar niemand


    Moge de dood

    zich over mij

    ontfermen

    met onverzoenlijke

    tederheid

  • Ballingschap

    Verstrikt

    in de ondoordringbare

    traagheid

    van het water

    ben jij

    de schaduw

    van de ontwortelde boom

    ben jij

    de stem

    van de vertrapte

    pelgrimsbloem

    jij treedt

    met vuurvoeten

    de horizon

    die jou heeft ingelijfd

  • Essentie

    Zich

    meester maken


    Van het eeuwige

    vluchtige ogenblik


    Onbewaakt

    in de groeven

    van de tijd

  • Zonafwaarts

    Aan de rand

    van de verstomming

    sta jij 

    de verdronkenen

    te woord


    Zij dalen af

    in het schuimende

    oog

    van de rivier


    Zij delven

    een graf

    in de taal

    die zonafwaarts

    gaat


    Als flessenpost

    naar een wereldvreemde

    oever

  • Fatum

    Langs

    het spoor

    van het ongewisse


    De ontredderde roos

    in boetekleed

    met distels

    en doornen


    Erfgenaam

    van het kwaad

    dat is geschied

  • Voleinding

    Nabij

    is de onafwendbare


    Trillende

    levensdraad

    op het verborgen blad


    Leg je hoofd

    in de leegte

    van haar schoot


    Jou

    zal niets ontbreken

  • April

    In de wijde omtrek

    van het vergankelijke


    Tussen

    slapen en niet meer

    wakker worden


    Doem jij op


    Als

    drogbeeld

    als

    droombeeld


    Narcissengeel

    onder het juk

    van een hoogmoedige

    lente

  • Bede

    Laat het regenen

    vandaag


    Hul de zon de maan

    in een donderpreek

    van zware wolken en stormwind

    en vind voor mijn vriend

    die is heengegaan

    een zwarte mantel

    met opgestoken kraag


    Laat het regenen

    vandaag

  • Nihil

    Zo boven

    zo beneden


    Een zinloos gebed

    een wrede straf


    De wenteltrap

    van het bestaan

    op en af


    Trede voor trede

    met vermoeide tred


    Totdat lijf en leden

    ter ziele gaan

  • Amethist

    Rondom de ark

    afscheid

    met kaarslicht

    en schriftuur

    obool

    voor de overtocht

    rum en rookwaar

    slapende seringen

    neergevlijd

    aan jouw zijde

    en op jouw borst

    onwrikbaar

    de heilige kreet

    waarheid

    melkwegmelodie

    van jouw spreken

    overwonnen

    in het stervensuur

    dit noodlotsteken

    liefde als

    onmogelijkheid

  • Schrijf mijn naam

    Schrijf mijn naam

    als voetstap

    in de sneeuw

    van verloren

    gewaande dagen


    Schrijf mijn naam

    talm niet langer

    de lucht wordt ijl

    ik ga voorbij


    Schrijf mijn naam

    onder je huid

    zeg mij dat ik besta

    uit stilte

    en lichtinval

    van klanken

    die mijn schaduw

    niet meer

    kunnen dragen


    Talm niet langer

    schrijf mijn naam

  • Lichaam

    Bedeesde vingers

    hebben het liefdevol

    afgelegd


    En met ochtendgloren

    toegedekt


    Er werd niet gesproken


    Er was

    een erehaag

    van stoïcijnse eiken 


    Evenbeeld

    van het niets


    De dood

    uit het lichaam

    opgestaan

  • Orakel

    Wie

    zichzelf kent

    is een bedrieger


    Wie

    zichzelf niet kent

    komt bedrogen uit

  • De zachtmoedige

    Ik ben

    de zachtmoedige


    Beitelde

    met mijn bedelstaf

    de wet van de liefde

    in het antieke zand


    Geloof me

    ze hebben er danig

    op los gefantaseerd

    mij van alles toegedicht


    Visioenen

    die ik niet heb gehad

    wonderen

    die ik nooit heb verricht


    In kruisramen

    word ik opgehemeld

    staat mijn bloed

    dat werd vergoten

    voorgoed in brand

  • Alsem

    Ongenoemd

    zal ik

    dwalen


    Door deze steevast

    benevelde stad


    Waarvan

    de straten

    mij de pas afsnijden


    En de muren

    zijn beklad

    met aan lager wal

    geraakte idealen

  • Woekerwijn

    Hij dronk


    Hij zocht

    een nieuwe huid

    voor oude angsten

    en vond

    in de eenzame diepte

    van het glas

    de scherpe tong

    der dwazen

    als gesel


    Het waren parels


    Zij snoerden

    het innerlijke tumult

    de mond


    Hij dronk


    Hij zweeg


    Hij was zonder zonde

  • Bij de bronnen

    Bij de bronnen

    te midden

    van het vier

    jaargetijden groen


    Danst

    onbezonnen de vlag


    Blauw

    wit

    rood


    Waarin

    het licht

    ontvlambare land

    wordt gehesen

  • Medeplichtig

    Jij leest

    hun lippen


    Hoor

    wat ik heb gezegd


    Jij sluit

    hun ogen


    Zie

    wat ik heb gedaan


    Jij bezegelt

    hun lot

    dat het mijne is


    Jij bent

    aan wie ik ben

    medeplichtig

  • Luchtspiegeling

    Met

    heidense tongval

    spreken


    Dan verdwijnen

    vroegtijdig

    tussen de regels door


    Niet meer omkijken


    Een luchtspiegeling zijn

    in profane woestijnen

  • Ragfijn

    Niets

    dan stof

    ben ik


    Hemeltergende

    vergankelijkheid


    Een windvlaag

    die mij

    nietig verklaart


    Een herinnering

    opgebaard

    in de tijd

  • 557

    Het huis

    dat mij baarde

    werd

    met wortel en al

    uit de aarde getrokken


    Gebleven is

    de muur

    aan de overkant


    En die ene

    trouwe lijfwacht

    van weleer


    Lantaarnpaal

    vijf vijf zeven

  • Broca

    Ik aarzel

    ik stamel


    Vervloek

    het woord

    dat mij

    ontglipt


    Zwijgen

    schemert

    in mijn hoofd


    Het heeft allemaal

    niets te zeggen

  • Sereen

    Ik had u eerst

    niet herkend


    U zag er

    vreemd en veraf uit


    Halsstarrig

    hield u

    de ogen gesloten


    Een hele avond

    ben ik bij u

    blijven zitten


    Stilzwijgend

    dankbaar


    Niemand

    kan zo sereen slapen

    als u

  • Tecum habita

    Wie zich geroepen voelt

    moet dan maar

    de wereld redden


    Ik trek me terug

    in mijn basiliek

    van boeken


    En berust

    in de immense

    schoonheid

    van wat teloorgaat

  • Rampspoed

    Na acht dagen

    een kind

    onder het statige puin

    vandaan gehaald


    Levend


    En ongetwijfeld

    voorbestemd

    tot nog grotere

    rampspoed


    Grotesk

    zijn de goden

    die wij aanbidden

  • Ontsteltenis

    Maan

    de aarde 

    tot kalmte

  • Flagellanten

    Onherbergzame

    liederen 

    zingend


    Keren zij

    het leven

    de andere wang toe


    Begeren

    het hogere

    tuchtigen

    het troosteloze lijf


    Hun geloof

    een geslagen wond


    Volmaakte zege

    van de waan

    op de werkelijkheid

  • Gave

    Toen

    het weerbarstige licht

    was bezweken


    Werd het donker


    Als dauw

    over mij

    uitgestort

  • Archipel

    Schets

    onverstoorbaar

    in het milde

    voorouderlijke schijnsel


    Jouw

    gelauwerde 

    vulkanen


    Jouw

    fabelachtige

    eilanden

  • Ceder

    Avond

    wordt het

    ochtend


    In een uithoek

    van de vermaarde tuin

    citeert hij

    de ingeslagen

    bliksem


    Bladert verstrooid

    door de eeuwen

    die zich herhalen


    Ongenaakbare

    ceder


    Waaruit het woord

    als wild vlees

    is gesneden

  • Paria

    Aan de schrale 

    tak

    behoor ik

    toe


    Ik val

    nergens

    in goede aarde


    Stug

    zaai ik wind

    oogst

    stormenderhand


    Het voorrecht

    overal

    te falen

  • Luidkeels

    Luidkeels

    drinken de mensen

    hun demonen

    onder de tafel


    Nochtans

    is vrijheid

    een krijgsgevangen

    vogel


    Zacht

    en zeldzaam


    Lood

    om oud ijzeren

    gordijnen

  • Weerklank

    Standvastig

    draag ik

    de last 

    van jouw dood

    zoals jij

    de last

    van jouw leven

    droeg


    Van jouw stem

    ben ik

    de zwaarbevochten

    weerklank

  • Kentering

    In

    gekapseisde

    bossen


    Komen wij samen


    Breken

    het dagelijks

    brood


    Met

    de doden

    die tot ons

    zijn doorgedrongen


    Alomtegenwoordig

    het troost

    reikende

    getij

  • Erfgrens

    Gegrift

    in het bedachtzame 

    grijs


    Oord

    van moegestreden

    schachten

    en slaapdronken 

    heuvels


    Zo waarlijk

    onder witte rook

    neergeknield

  • Scherven

    Van de fles

    die jij

    om de hals viel

    zijn dit

    de scherven


    In hun verwaarloosde

    schittering

    zwijg ik

    uilenblind

    jou

    tegemoet

  • Nostalgie

    Gaandeweg

    raakte jij

    uit het zicht


    Ik

    herlees

    jouw middernachtsbrieven


    Ik

    graaf


    De kuil

    die jij groef

    voor de begoochelingen

    van de wereld


    Wij

    vallen

    samen

  • Tarascon

    Portret

    van een geestverschijning


    Schilder

    met strohoed


    Zijn eenzaamheid


    Oorverdovend

    als de litanie

    van sprinkhanen


    Zijn lotsbestemming


    Deze 

    door de zon

    gestenigde landweg

  • Ravijn

    Mij

    verbijstert

    de matglazen

    helderheid

    van het firmament

  • Tweespalt

    Ik breng

    het vuurorgel

    in stelling


    Koortsachtig

    smeed ik

    kleuren


    Overgewaaid

    uit de steile

    wijngaard

    en de steengroeve


    Onberispelijk

    schittert

    de zeis

    van de maaier


    Gekluisterd

    aan

    hitte

    golvende

    korenvelden

  • De laatsten

    Fier

    ijvert

    het onomstreden

    vaandel


    Niet

    de kroon

    zijn wij


    Maar

    het mes

    op de keel

    van de schepping

  • Keerzijde

    Tot

    zwijgen

    omgesmolten


    Het

    onverbloemde

    woord


    Jouw geliefde

    schimmen 

    naderen


    Zij rijgen

    de echo's

    aaneen


    Roerloos

    drijf jij af

  • Drenkeling

    Oppermachtig

    laait 

    in zijn borst

    de aanstormende

    golf


    Hij duikt onder


    Worstelt


    Komt

    armen en benen

    te kort

  • Enclave

    Naar

    de rotsen

    toog ik

    waar

    omgord

    met

    de grootspraak

    van de zee

    de zomer

    werd

    ontmanteld

  • Zwart

    Amper

    de polsslag

    van de seizoenen


    Beraamd

    in verontrustend

    koloriet


    Wend

    je blik af


    Het zwart

    heeft het rood

    opgeslokt


    Ze zijn er niet meer


    De oude meesters

    van stilte

  • Parabel

    Jij vroeg

    de vogels

    naar de geur van de lente

    de zomer


    Jij vroeg

    de bomen 

    naar de kleur van de herfst

    de winter


    De vogels

    vertelden

    in geuren en kleuren


    De bomen

    zwegen

    koppig in koude grond


    Zij wisten


    Jij was

    de zuiverste grens

    overgestoken

Share by: